Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En hij gaf haar de hand, en richtte haar op, en [53]de heiligen en de weduwen geroepen hebbende, stelde hij haar levend voor [hen]. 53. Dat is, de discipelen, of gelovigen, die daaromtrent waren; die alzo genaamd worden omdat zij, door Christus' bloed en Geest geheiligd zijnde, doorgaans een geheiligd leven leiden. Zie vs.32.